Ludwig Leopold Jacobson was tabakshandelaar van beroep. Hij woonde met zijn vrouw Erna Jacobson-Meyer op de Bosch- en Vaartlaan 18.

Tijdens de oorlog moesten zij verhuizen naar Amsterdam. Hier woonden ze op de Beethovenstraat 72-III. Beiden werden in 1943 opgepakt.

Erna werd op een avond in mei aangehouden, toen ze na acht uur nog in de Saenredamstraat liep, ondanks dat zij een sperrstempel had. Ze probeerde nog haar jodenster te bedekken met haar handtas. De joodse vrouw werd overgedragen aan de Sicherheitspolizei.

Haar man Ludwig werd eind augustus gearresteerd door leden van de Colonne Henneicke terwijl hij in de Beethovenstraat liep. Hij droeg geen ster en had een vals persoonsbewijs op zak. Verder droeg hij 1283 gulden bij zich, evenals acht bonkaarten.

Ook vonden zijn belagers lege formulieren voor het aanvragen van nieuwe persoonsbewijzen en briefpapier van Omnia Treuhandgesellschaft. Deze documenten had Ludwig naar eigen zeggen van de heer Schmidt gekregen toen zij elkaar troffen in café Roode Leeuw op het Damrak.

Schmidt was hoogstwaarschijnlijk een schuilnaam. Ludwig wist niet wat zijn echte naam was of waar deze Schmidt woonde. Zelf zat Ludwig in die tijd ondergedoken bij mevrouw Dirkse op de Jacob van Lennepkade. Mevrouw Dirkse beweerde niet te weten dat haar huurder joods was.

Jacobson is na zijn arrestatie naar de Hollandse Schouwburg gebracht.  Op het moment van Ludwig’s arrestatie was zijn vrouw al overleden. Erna werd op 9 juli 1943 vermoord in Sobibor. Ludwig overleed op 23 december 1943 in Auschwitz.