Zoals vele andere joodse inwoners van Nieuwer-Amstel kwam ook Albert Levy oorspronkelijk uit Duitsland. Hij woonde met zijn vrouw Franziska Levy-Bucky en twee dochters op de Van IJsselsteinlaan 9.

Ook Franziska’s moeder Marianne Bucky-Cohn stond geregistreerd op dit adres. Tijdens de oorlog werd het gezin door de bezetter gedwongen om naar Amsterdam te verhuizen.

Daar woonde de familie op het adres Molenbeekstraat 1-III. Albert had tijdens de Eerste Wereldoorlog in het Duitse leger gediend en hoopte daarom met zijn gezin naar Theresienstadt te worden gestuurd in plaats van naar een ander kamp. Theresienstadt was minder berucht dan andere kampen. De aanvraag werd afgewezen.

Ergens is grootmoeder van het gezin gescheiden, want Marianne is via Westerbork naar Sobibor gedeporteerd. Hier is zij op 26 maart 1943 vermoord. Haar dochter is met haar man op 10 september omgekomen in Auschwitz. Lore en Renate stierven op 30 november van dat jaar. Ook zij werden in Auschwitz vermoord.