Jacob Ailjon en zijn vrouw Frieda Ailjon-Lobatto woonden op de Graaf Aelbrechtlaan 90.

Tijdens de oorlog moesten zij noodgedwongen verhuizen naar Amsterdam. Hier kwamen ze terecht op de Zuider Amstellaan 243-I, waar zij samen moesten wonen met de familie Polen.  Eind 1942 ontvingen het echtpaar Ailjon en de familie Polen de dwingende oproep om hun gezamenlijke woning uiterlijk 24 december 1942 te verlaten en weer te verhuizen.

Zij kregen in de Transvaalbuurt de woning Paardekraalstraat 6-I toegewezen. Frieda was op dat moment inmiddels hoogzwanger van haar eerste kind. Haar gynaecoloog Hannie Tideman schreef persoonlijk een brief aan de verantwoordelijke instelling dat zij het medisch niet verantwoord vond om de hoogzwangere Frieda op dat moment te laten verhuizen. Ze zat immers ver in haar negende maand en de bevalling kon elk moment beginnen.

De verhuizing vond uiteindelijk plaats op 15 februari 1943. Het briefje van Hannie Tideman had geholpen. Omdat de familie Ailjon van Portugees-Israëlitische afkomst was, stond zij op een lijst met personen die waarschijnlijk vrijgesteld zouden worden van het dragen van een ster. Helaas mocht dit niet baten. Uiteindelijk is het gezin in Westerbork terecht gekomen.

Vanaf daar zijn Jacob, Frieda en hun zoon Paul op 25 februari 1944 gedeporteerd naar Theresienstadt. Paul was net een maand daarvoor één jaar geworden. Later is het gezin getransporteerd naar Auschwitz. Frieda en haar zoon zijn daar op 3 oktober 1944 omgekomen. Ook Jacob is nooit meer teruggekomen.